John Thaw

Geplaatst op zondag 10 september 2006 @ 17:42 , 1455 keer bekeken

John Thaw

John Thaw werd geboren in Manchester op 3 januari 1942. Toen hij amper 7 jaar oud was, verliet zijn moeder het gezin en liet de zorg voor hem en zijn jongere broer Raymond over aan hun vader Jack, een vrachtwagenbestuurder. Pas toen hij 19 jaar was, zag hij zijn moeder weer.
Op 15-jarige leeftijd brak hij zijn voet door te struikelen over een stoeprand in zijn haast om de schoolbus niet te missen. De rest van zijn leven bleef hij lichtjes slepen met deze voet, vooral als hij vermoeid was. Dit is ook te zien in de afleveringen van Morse.
Zijn toneelleraar aan de Ducie Technical High School onderkende zijn capaciteiten en spoorde John aan om acteur te worden. Hij was 16 jaar toen hij toegelaten werd aan de London's Royal Academy of Dramatic Arts.
In 1962 kreeg hij zijn eerste filmrol in "The Loneliness of a Long Distance Runner". Toch duurde het nog tot 1964 voor hij enige bekendheid kreeg door de rol van sergeant John Mann in de televisieserie "Redcap". Deze serie handelde over een speciale afdeling van de Koninklijke Militaire Politie. In deze serie speelde hij o.m. aan de zijde van Diana Rigg.
Van toen af speelde hij in verscheidene films en tv-series, o.m. in "Dead Man's Chest" (1965) waarin hij de rol speelde van David Jones; de tv-serie "Bat Out of Hell" (1966); de films "The Bofors Gun" (1968), "Praise Marx and Pass the Ammunition" (1970); de tv-serie "MacBeth" (1970); de film "The Last Grenade" (1970); de film "Dr. Phibes Rises Again" (1972) en in de tv-serie "Thick as Thieves" (1974).
In 1967 was John te zien in de ITV-serie "Inheritance" samen met James Bolam.
In 1969, een jaar na zijn scheiding van Sally Alexander, trad hij op in het toneelstuk "So What About Love". Daar ontmoette hij de actrice Sheila Hancock die, na het overlijden van haar man Alec Ross, in 1973 zijn tweede echtgenote werd.
Uiteindelijk, in 1974 kreeg John de erkenning die hij al lang verdiende, voor zijn rol als inspecteur Regan in de populaire tv-serie "The Sweeney". In 1977 werd een film uitgebracht, gebaseerd op de serie. Voor zijn rol won John "The Evening Standard Best Film Actor of the Year Award". Door het grote succes werd in 1978 de film "Sweeney II" uitgebracht.
Na deze serie en films keerde John even terug naar het theater. Hij speelde met Diana Rigg in het stuk "Night and Day" van Tom Stoppard. Aansluitend ging hij naar Stratford om zich daar een seizoen te vervoegen bij de "National Shakespeare Company". Hij vertolkte Wolsey in "Henry VII" en Sir Toby Belch in "Twelfth Night".
Hierna volgden rollen in de volgende toneelstukken: "All My Son", "Stairheads", "Two into One", "Business As Usual".
In 1994 keerde John terug naar het Royal National Theatre. Hij kreeg de rol van minister-president in de trilogie "The Absence of War" van de hand van David Hare.
Na het succes van "The Sweeney" verscheen John regelmatig op de televisie in "Dinner at Sporting Club" (1978), "Drake's Venture" (1980) als Francis Drake, als verslaggever in "Mitch in Mitch" (1984), als Hubert De Burgh in "The Life and Death of King John" (1984-BBC), en twee seizoenen in de humoristische serie "Home to Roost". Laatstgenoemde leverde hem de "Pye TV Award for Best Comedy Performance" op.
Met de tv-serie "Inspector Morse", gebaseerd op de boeken van Colin Dexter, werd John onwaarschijnlijk populair. Er werden vijf reeksen gemaakt met John en zijn assistent Kevin Whately (Sgt. Lewis). Voor deze reeksen ontving John de "BAFTA Awards for Best Actor" in 1990 en 1993, de "ITV Personality of the Year 1990" en de "Favourite Actor 1991" (ITV Time Awards). In 1998 werd een Inspector Morse film uitgebracht, "The Wench is Dead". Jammer genoeg kon Kevin Whately zich op dat ogenblik niet vrijmaken en werd een andere acteur als assistent voor Morse aangewezen.
Meer televisiewerk met John was te zien in de bewerking van "The Sign of Four" (1987) van Sherlock Holmes; als bommenwerper Harris in "How I Won the War" (1989); als Stanley Duke in "Stanley and the Women" (1991); als auteur Peter Mayle in de mini-reeks "A Year in the Provence" (1994); "The Absence of War" (1995); "Into the Blue" (1997), en de bejubelde en aangrijpende "Goodnight Mister Tom" (1998) waarin hij de rol van Tom Oakley vertolkte.
Recentere films waren o.m. "The Grass is Siging" (1982) en "Business As Usual" (1987). Hij vertolkte ook de rol van Kruger in "Cry Freedom" van Sir Richard Attenborough. In 1992 speelde hij de rol van Fred Karno in "Chaplin", eveneens van Attenborough. In 1994 won John de "CBE".
In 1994 vertolkte John de rol van openbaar aanklager James Kavanagh in de serie "Kavanagh Q.C.". Deze serie kende ook een enorm succes en liep tot 1999.
Na Kavanagh werd hij voor twee nieuwe projecten gevraagd. In het eerste, een tv-serie, "The Plastic Man", vertolkt hij de rol van een plastisch chirurg die worstelt met twee dilemma's: het eerste heeft met een patiënt te maken en het tweede betreft zijn familiale leven.
Het tweede project, een film, is een bewerking van de thriller "The Waiting Time" van gerald Seymour waarin John de rol speelt van secretaris van een rechtskundig adviseur, Joshua Mantle. De film is een postthriller van de Koude Oorlog en werd gefilmd in Duitsland en Engeland.
In oktober 1999 kreeg John alsnog een andere prijs voor zijn rol als Tom Oakley in "Goodnight Mister Tom". Hem werd de "Most Popular Actor Award" toegekend en de film zelf de "Most Popular Drama at the National Television Awards". Dit bovenop de "TV Quick Award" die John eerder dat jaar werd toegekend.
In 2000 verschijnt John opnieuw op het scherm in de vierdelige dramareeks "Monsignor Renaud". Hij speelt de titelrol van een Franse katholieke priester die na 20 jaar naar huis terugkeert, net op het moment dat de Duitsers het land binnenvallen.
In november 2000 stopt John met "Inspector Morse". In de laatste  aflevering "The Remorseful Day", sterft hij en laat het aan zijn fans over om te rouwen om deze briljante politie-inspecteur. Ook auteur Colin Dexter verklaart dat het, na 33 boeken, tijd wordt om te stoppen met Morse en andere paden te verkennen.
In april 2001 keert John terug op het scherm als James kavanagh in een extralange aflevering van "Kavanagh Q.C.".
In mei 2001 werd John onderscheiden met "The Radio Times Reader-Voted Lew Grade Award" voor zijn rol als Inspector morse en de "Fellowship of the Academy voor zijn hee carrière. Deze twee prijzen werden door Sir Tom Courtenay uitgereikt.
In mei 2001 speelt hij mee in de 6-delige serie "Glass", enin oktober 2001 is hij te zien in "Burried Treasure".
John vierde op 3 januari 2002 zijn verjaardag met zijn vrouw, hun drie kinderen en kleinkinderen.
Iets meer dan een maand later, nl. op 21 februari 2002, sterft hij aan de gevolgen van kanker.


Welkom bij Clubs!

Kijk gerust verder op deze club en doe mee.


Of maak zelf een Clubs account aan: